A.F.A.M. Wetzer, 16 januari 2005
Op het pleintje voor het Brabants Museum in de Verwersstraat 41afmetingen: (monument als geheel) 390 x 100 x 300 cm; de beelden zijn levensgrootmateriaal: natuursteen, brons datering: 1921 ontwerper van het geheel alsmede ontwerper en uitvoerder van het bronzen portretmedaillon: Huib Luns49 ontwerper van de twee vrouwen figuren: August Falise uitvoering van het beeldhouwwerk: Jac. Goossens Het monument werd opgericht op initiatief van de gezamenlijke Brabantse industriëlen uit dienstbaarheid voor en ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig ambtsjubileum in 1919 van de vroegere Commissaris van de Koningin mr. A.E.J. Baron van Voorst tot Voorst (in functie van 1894 tot 1928), die de industriële ontwikkeling van de provincie sterk stimuleerde. Het stenen middengedeelte bevat een bronzen medaillon met de beeltenis van de commissaris en wordt bekroond met een bijenkorf, het symbool van de nijverheid. Dit middendeel wordt geflankeerd door twee vrouwenfiguren: links de leiding der industrie, gesymboliseerd door 'De Gedachte' met een boek in de hand en verzonken in diep gepeins. Rechts de arbeid, gesymboliseerd door 'De Daad', met een hamer in de hand en achter een tandrad. | 37 |
Noten | |
49. | Huib Luns was de toenmalige directeur van de Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht in 's-Hertogenbosch. |
Nu de huidige commissaris der koningin, J. van der Harten, met pensioen gaat en de nieuwe commissaris Van Agt bekend is, gaan we eens kijken naar een monument dat is opgericht als herinnering aan een vroegere commissaris van de koningin, mr. A.E.J. baron van Voorst tot Voorst, commissaris van 1894 tot 1928. De administratieve taken van de provincie waren al bij het begin van de ambtsperiode van Van Voorst tot Voorst dermate uitgebreid, en de ambtenaren zo slecht gehuisvest, dat hij snel voorbereidingen trof voor het griffiegebouw in de Waterstraat. In 1908, na een voorbereidingstijd van tien jaar, kwam het gereed.
Tijdens zijn commissariaat ontwikkelde Brabant zich van een overwegend agrarisch gewest tot een industriële samenleving. In 1914 werd de PNEM opgericht en werd een begin gemaakt met de aanleg van electriciteit in de hele provincie, hetgeen natuurlijk de industriële vooruitgang sterk bevorderde.
Stormachtig was ook de groei van de gloeilampenfabriek Philips. In 1893 werkten hier slechts 7 mannen, 5 vrouwen en 16 meisjes; in 1910 was het aantel personeelsleden 1750 en in 1920 telde het bedrijf reeds 6000 werknemers. Als gevolg van deze ontwikkeling werd ook het vakonderwijs sterk bevorderd.
Van Voorst tot Voorst heeft de industriële ontwikkeling van de provincie sterk gestimuleerd en industrieel Noord-Brabant uitte zijn dankbaarheid door hem een monument aan te bieden ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum in 1919.
Op 28 maart 1921 werd het monument onthuld, op het plein voor het gouvernementspaleis aan de Verwerstraat. Het stenen middenstuk bevat een bronzen medaillon met de beeltenis van de commissaris en wordt bekroond met een bijenkorf, het symbool van de nijverheid. Dit middenstuk wordt geflankeerd door twee vrouwenfiguren. De linkse 'De Gedachte' is in diepe gedachten verzonken en heeft een boek bij zich. Zij stelt de leiding der industrie voor. De rechtse vrouwenfiguur heeft een hamer in haar hand en achter haar is een tandrad zichtbaar. Zij stelt de arbeid voor als 'De Daad'. Dat de linkse figuur 'De Gedachte' voorstelt is nog goed leesbaar, het onderschrift aan de rechterkant, 'De Daad' is geheel uitgesleten.
Het geheel werd ontworpen door Huib Luns, de toenmalige directeur van de Koninklijke school voor kunst, techniek en ambacht in Den Bosch, die ook de beeltenis van de commissaris modelleerde. De beeldhouwer August Falise maakte het model van de vrouwenfiguren. De Bossche beeldhouwer Jac. Goossens, vele jaren werkzaam aan de St.Jan, werkte tenslotte het geheel in steen uit en is dus de eigenlijke maker van het grootste gedeelte van monument.
|
InleidingGedenkteken gelegen in de zuidelijke punt van het voorplein van het voormalige Gouvernement. Het op 28 maart 1921 onthulde monument, dat invloeden vertoont van de Neo-Renaissance, werd ontworpen door drie verschillende kunstenaars. De algehele opzet en de beeltenis in de centrale medaillon werden ontworpen door Huib Luns, de toenmalige directeur van de school voor kunst, techniek en ambacht in Den Bosch; August Falise maakte het model van de vrouwenfiguren aan weerszijden en de Bossche beeldhouwer Jac. Goossens werkte tenslotte het geheel in steen uit (de namen van de uitvoerenden staan vermeld op de zijkant van het middendeel).Het beeld werd aangeboden door een comité van Brabantse industriëlen ter gelegenheid van het 25-jarig ambtsjubileum in 1919 van de commissaris van de koningin, mr. A.E.J. baron van Voorst tot Voorst. Tijdens zijn commissariaat, van 1894 tot 1928, ontwikkelde Brabant zich van een overwegend agrarisch gewest tot een beginnende industriële samenleving. OmschrijvingHet symmetrische, vrijstaande gedenkteken bestaat uit een hoog middendeel op vierkant grondplan en twee lagere vleugels op rechthoekig grondplan, alle op een granieten sokkel. Centraal in het middendeel aan de voorzijde een bronzen medaillon met de omlauwerde beeltenis van de commissaris waaronder de inscripties:mr. A.E.J. BARON VAN VOORST TOT VOORST COMMISSARIS DER KONINGIN 1894 1SEPT 1919 INDUSTRIEEL Nrd BRABANT Aan de achterzijde binnen een decoratieve omlijsting en onder de Brabantse leeuw een bronzen plaquette waarop de namen van de leden van het comité. In het bovenste deel op de randen decoratief beitelwerk. Het middendeel wordt bekroond met een gestileerde bijenkorf, symbool van de nijverheid. Ter linker zijde de personificatie van 'De Gedachte' (onderschrift), een in gedachten verzonken vrouwenfiguur in geplooid gewaad en blootvoets met als attribuut een boek en tegen een omrand achtergrondtableau waarop laurierbladeren. Zij representeert de leiding der industrie. Ter rechterzijde de personificatie van 'De Daad' (onderschrift), eveneens in geplooid gewaad en blootvoets met als attributen een hamer en een tandrad tegen een omrand achtergrondtableau waarop eikenbladeren. Zij representeert de industriearbeiders. WaarderingHet gedenkteken is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de industriële ontwikkeling van Brabant tussen 1894 en 1919. Het object heeft kunsthistorische waarde wegens de esthetische kwaliteiten van het ontwerp. Het object heeft ensemblewaarde wegens de historische relatie met het belendende voormalige Gouvernement.Het object is van belang wegens de gaafheid en bezit zeldzaamheidswaarde op grond van het drievoudige kunstenaarschap. |
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Monument voor commissarisBrabants Dagblad donderdag 26 mei 1983 (foto) |
|
2022 |
Geert DonkersMonument van NijverheidBossche Kringen 3 (2022) 12 |